Biografie J.W. Bilders

Nederland, 1811-1890

Johannes Warnardus Bilders werd in 1811 te Utrecht geboren als zoon van de bakkersknecht Albertus Gerardus Bilders en van Elisabeth van Springen. Hij volgde de Koninklijke Academie voor Beeldende Kunsten te Amsterdam en werd, met een korte onderbreking van drie jaar die hij in het leger doorbracht, verder tot schilder opgeleid door Jonxis.
Hij schoolde vervolgens zichzelf verder door studieoefeningen in de natuur, in de omgeving van Vorden, Oosterbeek, Wolfheze en Doorwerth.
Gedurende het jaar 1844 maakte hij een studiereis door Duitsland, met name door het Zwarte Woud, de omgeving van Biebrich en Mainz. In 1859 maakte hij, op uitnodiging van de koning, tekeningen te Wiesbaden.

Voorbeelden van zijn kunstwerken uit die tijd zijn onder meer Landschap in het Schwarzwald (1860) en Gezicht op het klooster van Clarenthal bij Wiesbaden (1867). Bilders vestigde zich eerst tijdelijk te Utrecht en in 1854 in Amsterdam maar bracht de meeste tijd in Oosterbeek door, dat zijn vaste woonplaats bleef. Binnen Nederland reisde hij onder meer naar Drenthe en Groningen (Vlagtwedde) om studies te maken. Hij zond zijn werken geregeld naar officiële tentoonstellingen. Omstreeks 1870 begon Bilders met het maken van houtskooltekeningen.

Bilders was een belangrijke schilder uit de generatie die direct aan de Haagse School vooraf ging, vooral als romanticus van het landschap. Zijn leerlingen waren onder anderen Hendrik Willem Mesdag, Dirk van Lokhorst en Anton Mauve. Samen met onder anderen Mauve was hij één van de oprichters van de Hollandsche Teekenmaatschappij.

Bilders was tweemaal getrouwd. Hij trouwde op 27 november 1834 te Darthuizen met Frederika Staudenmayer. Uit dit huwelijk werd een zoon Albertus Gerardus geboren, die evenals zijn vader schilder werd en een dochter Caroline, die trouwde met de schilder Jan de Haas (1832-1908).
Zijn eerste echtgenote, zijn zoon en zijn dochter overleden aan tuberculose. Bilders hertrouwde op 15 april 1880 te Den Haag met Maria Philippina van Bosse, dochter van de in 1879 overleden liberale minister Pieter Philip van Bosse.
Hij overleed in oktober 1890 op 79-jarige leeftijd in zijn woonplaats Oosterbeek.

Enkele musea waar zijn werk te zien is:
– Historisch Museum Amsterdam
– Stedelijk Museum Amsterdam
– Gemeente Museum Arnhem
– Groninger Museum
– Teyler Museum Haarlem
– Centraal Museum Utrecht